Eerste hulp bij ongevallen
Internationale basisregels eerste hulp
Wereldwijd werken eerstehulpverleners van eerstehulporganisaties, ambulancediensten en ziekenhuizen met basisregels waarin de evidence-based ABCDE-methodiek, AMPLE-, AVPU- en MIST-protocollen zijn opgenomen.
Over het algemeen werkt men als volgt:
- Veiligheid
- Benaderen slachtoffer; indicatie letsels en/of stoornissen en melding
- ABCDE-methodiek (w.o. AMPLE/AVPU)
- Secundaire en tertiaire letsels
- Bewaking
- Overdracht (MIST/SBAR)
Wetgeving, rechten en plichten
Het hebben van een EHBO-diploma betekent niet dat iemand medische plichten of bevoegdheden heeft. De wet beschouwt eerstenhulpverleners als “leken”. Voor hen, maar ook voor iedere andere Nederlandse burger, geldt de wettelijke verplichting om naar eigen vermogen (eerste) hulp te verlenen aan een medemens in nood.
Medische (be)handelingen door “leken” (onder normale omstandigheden) zijn wettelijk verboden en worden beschouwd als een misdrijf. Alleen door de BIG-wet geregistreerde artsen en verpleegkundigen hebben speciale medische bevoegdheden en plichten, die bovendien alleen gelden op hun eigen medisch terrein; een tandarts mag bijvoorbeeld geen niersteen vergruizen.
Zelfs medische eerstehulpverlening, zoals Advanced (Pediatric) Life Support (ALS/APLS) of Pre Hospital Trauma Life Support (PHTLS), mag alleen uitgevoerd worden door bevoegd en bekwaam ambulancepersoneel, (huis)artsen, SEH-personeel en gespecialiseerde verpleegkundigen.
Met andere woorden: een internist of oogarts is ook een leek op eerstehulpgebied ondanks zijn uitgebreide medische kennis op zijn vakgebied.
Van iemand die in het bezit is van een eerstehulpdiploma, mag wel aangenomen worden dat hij/zij beter in staat is om bij levensbedreigende stoornissen en letsels eerste hulp te bieden totdat medische hulp gearriveerd is.