Reanimatie is het kunstmatig overnemen van de ademhaling en de bloedsomloop wanneer er sprake is van zowel een circulatiestilstand als een ademhalingsstilstand. Reanimeren bestaat uit het geven van beademing en borstcompressie (hartmassage). Indien zowel de ademhaling als de circulatie weer op gang gebracht moeten worden, spreekt men ook wel van cardiopulmonaire resuscitatie (CPR). Om te kunnen leven, is de constante aanvoer van zuurstofrijk bloed van levensbelang.

Onze organen kunnen niet functioneren zonder zuurstof. De hersenen zijn het kwetsbaarst: na vier tot zes minuten zonder zuurstof raakt al een (groot) gedeelte zo beschadigd, dat normaal functioneren misschien niet meer mogelijk is. Het transport van zuurstof via ons bloed kan op twee manieren worden verstoord:

  • Bloed wordt niet meer rondgepompt omdat het hart niet (goed) functioneert. Het hart kan wel bewegen (fibrilleren) maar heeft geen effectieve pompwerking. We spreken dan van een circulatiestilstand. Bij een hartstilstand is er geen of nihil beweging.
  • Er wordt geen zuurstof meer in het bloed opgenomen. Dit wordt een ademhalingsstilstand genoemd.

Als er sprake is van een ademhalings- en circulatiestilstand wordt dit de klinische dood genoemd. Echter, door zo snel mogelijk te starten met de reanimatie kan hersendood mogelijk worden voorkomen. Het is dus van groot belang dat de reanimatie zo snel mogelijk wordt gestart.